
Twee jaar geleden keek ik naar mijn leven en dacht: dit is een goed verhaal. Niet een goed verhaal dat je op feestjes vertelt om even mee te scoren, maar wel een goed verhaal om te vertellen op het podium. Ik had nog nooit de behoefte gehad om als acteur over mijn eigen leven te vertellen, maar plotseling wilde ik dat heel graag. Ik wilde vertellen hoe ik in een Marokkaanse familie in Nederland ben opgegroeid en hoe ik mijn eigen weg heb proberen te vinden. Het zal wel iets met leeftijd te maken hebben. Met dat ik nu genoeg afstand heb tot de grote gebeurtenissen in mijn leven. Maar hoe maak je van je eigen leven een verhaal?
Ondanks dat ik mijn leven zelf heb meegemaakt kan ik het niet zo maar op een podium vertellen. Waarschijnlijk zou ik drie uur aan een stuk praten en dan nog het idee hebben dat ik niet alles verteld heb. Ik ben geen schrijver. Dus ben ik om te beginnen eerst mijn leven gaan vertellen aan een aantal mensen. Aan Don Duyns, de schrijver die ik graag mijn verhaal zou willen zien schrijven. Aan Floris van Delft, de regisseur met wie ik het zou willen ontwikkelen en repeteren. En aan Jarrod Francisco, de producent die weet hoe je dan ook daadwerkelijk ergens dit verhaal kan gaan spelen. Aan een keukentafel of op een terras vertel ik uren over alles wat ik heb meegemaakt. En alledrie zeggen ze dat ze graag mee willen werken.
Om Don te kunnen laten schrijven heeft hij input nodig. Samen met Floris doen we een paar keer een interview. Met de camera aan, zodat we niet alles gelijk hoeven te onthouden. Ik vertel zeker meer dan drie uur. En dan komt een vreemde fase. Selectie. Wat gaat er wel in en wat niet? Nu begint mijn leven echt een verhaal te worden. Sommige dingen die voor mij belangrijk waren vinden de anderen niet zo belangrijk om te vertellen. “Het voegt niet zo veel toe,” of “Dat hebben we al gehoord”, zeggen ze. Het is raar om dat over dingen uit je leven te zeggen. Hoe kan het nou dat dat niet belangrijk is? Af en toe kan ik niet stoppen met aanvullen. “Zonder dat is het niet compleet.”
Na twee maanden komt Don met eerste stukken tekst. Geen heel script? Nee, dat is zijn stijl. Hij schrijft eerst van alles en na gesprekken erover schaaft hij bij en gooit hij dingen om. Ik lees de tekst en vind het spannend. Ineens staan mijn ervaringen daar in zijn woorden. In onze gesprekken zeg ik soms: “Maar zo is het niet gebeurd!” Dan zegt Don dat dat zo kan zijn, maar dat dit beter voor het verhaal is. In andere voorstellingen vraag ik me nooit af of het waar is wat ik als acteur sta te zeggen. Nu voelt het af en toe als liegen.
Om de zoveel weken komen we weer bij elkaar en praten we. Eerst over losse blokken en later over ‘de lijn van de voorstelling’. Alleen maar de chronologie van mijn leven is niet genoeg. Je wil niet in een ‘en toen, en toen, en toen…’ verhaal terecht komen. Dus moet er nog iets anders mee. Nog meer knippen en omschrijven voor Don. Soms kan hij me niet uitstaan, omdat ik met steeds weer nieuwe verhalen kom. Of toch nog iets anders erin wil hebben. Maar uiteindelijk hebben we een werkscript. Een verhaal van mijn leven.
Nu gaan we repeteren en moet het verhaal gaan leven.
Algemeen | Tekst: Fahd Larhzaoui